Stagebezoek

Gisteren ging ik langs bij Dick Schoof op Integraal Kindcentrum het Catshuis. Normaal doe ik geen stagebezoeken – daar is mijn baan te klein voor – maar er was een crisissituatie en niemand van mijn collega’s kon. Vooruit dan maar. In Eduarte, ons studentvolgsysteem, zocht ik Dick op. Een vlijtige student, las ik. Zij-instromer. Goede cijfers.

Halverwege de ochtend arriveerde ik bij het kindcentrum, een mooi historisch gebouw. Groen schoolplein. Niks mis mee. Wel opvallend veel ouders voor het schoolhek. Ik trof Dick aan in een flinke klas met 29 leerlingen: 18 jongens en 11 meiden. Het voelde onveilig aan. Dick probeerde les te geven via het expliciete directe instructiemodel, maar de lesdoelen waren mij niet duidelijk. “Wij werken hier alleen op hoofdlijnen,” legde hij later uit. Het bleek om een les sociale vaardigheden te gaan: onderbuikgevoelens voor elkaar, of zoiets. Het leek me meer iets voor de Week van de Lentekriebels. De klas was maar matig geïnteresseerd. Alleen Sophie lette op. Een mager meisje met krullen; ze zag er ongelukkig uit. Fleur keek lelijk naar Nora en gaf briefjes door aan Reinette, die vervolgens storend hard begon te lachen. Dick greep niet in. “Ik vind dat wel oké,” verklaarde hij na afloop. “Eerst zat Fleur voortdurend op haar telefoon. Dit is beter.” Zodra Dick iets op het digibord schreef, begon Mona met een nagelvijltje aan zijn stoelpoten te zagen. De kleine Marjolein keek alleen maar uit het raam. “Een fijne leerling hoor,” vond Dick. “ze heeft echt heel veel fantasie.”
Eigenlijk waren alle leerlingen, behalve Sophie, met iets anders bezig dan de lesstof. Barry had nog een vraag: “Meneer, hoe lang duurt deze les nog?”

Conclusie: Dick deed echt zijn best, maar niemand, echt niemand, zat op zijn frequentie. Ook niet op elkaars frequentie trouwens. Verrassend genoeg bleek bij de evaluatie – Dick werkte met beurtstokjes – dat de lesstof aardig was ingedaald. Marjolein wist alles over onderbuikgevoelens.

“Hoe vond je het zelf gaan?” vroeg ik Dick na afloop.
“Wel goed. Misschien moet ik nog strakker zijn op mijn regels?”
Ik wees Dick erop dat er tijdens zijn les, buiten op het schoolplein, een jongetje met opvallend kapsel voortdurend liep te klieren. Hij probeerde de aandacht van de klas te trekken, bonkte op de ramen, schreeuwde van alles, schold zelfs. “Ik had er geen last van,” was Dicks reactie.

Ik zuchtte. Het is nogal wat om een stage in zo’n vroeg stadium onvoldoende te verklaren. Ik besloot dat Dick zichzelf een ontwikkeldoel moest stellen en daar een STARR-reflectie over moest schrijven. Welk doel had Dick zelf voor ogen?
“Iets met orde houden?”
“Verstandig. Deze klas is al maanden in de stormingfase. Je hebt de gouden weken helaas niet weten te benutten. Denk samen met de klas nog eens na over de regels. Verzin er een beloningssysteem bij, maar bedenk ook wanneer en hoe je ingrijpt.”
Dick keek me met droevige ogen aan.

Pas in de trein terug naar huis ontdekte ik dat Dick een briefje in mijn jaszak had gestopt. Er stond maar één woord op: Help!

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.