Een van de voordelen van klussen in de culturele sector is dat je veel bespaard blijft, en dan met name architectonisch. Zo had ik onlangs in Rotterdam een afspraak in Sociëteit De Maas. Over de inhoud kan ik niets kwijt en het is onzeker of er een opdracht uit rolt, maar ach: de zon scheen, het was 23 graden, antieke scheepjes dobberden vreedzaam in de Veerhaven, een verdwaasde meeuw deed een poging tot zingen en ik... ik was te gast in een Jugendstil Rijksmonument uit 1909 en keek mijn ogen uit.
Die ervaring had ik vast binnen.
Wat een contrast met andere sectoren waar de actoren (om de chique toonzetting van de Koninklijke Roei en Zeilvereniging nog even vol te houden) hun werkzame leven ploeterend doorbrengen tussen holle gipswandjes en goedkope systeemplafonds, meestal in een architectonische ‘doos’ op een doodgeboren bedrijfsterrein of erger nog, op een logistiek handige locatie langs de snelweg waar het uitzicht op de file alvast voorspelt hoe het einde van je werkdag eruit zal zien.
Mijn deelneming.
Dat staat natuurlijk los van de verdiensten in die sectoren. Laat ik eerlijk zijn: financieel vindt het ploeteren juist plaats in de cultuursector, maar geestverruimend is het daar wel.
En dus fietste ik na mijn oogstrelende afspraak nog even langs de Veerhaven, genoot van de typisch Rotterdamse botsing van 19e-eeuwse architectuur op een 21e-eeuwse skyline en ging daarna thuis aan de slag om een offerte uit te werken. .
Nog geen cent verdiend en toch gelukkig.
Reactie plaatsen
Reacties